Geachte mevrouw Stoffelen, redactie Volkskrant.
Met veel interesse hebben wij uw artikel gelezen in de Volkskrant van 1 oktober 2023. Wij zijn Stichting Verleden in Zicht, een belangenorganisatie voor Binnenlands geadopteerden en afgestanen. www.verledeninzicht.nl . Wij strijden al geruime tijd voor onbeperkte inzage/toegang tot afstands- adoptiedossiers.
Naar aanleiding van uw artikel heeft Fiom op facebook/LinkedIn een reactie geplaatst. Fiom lijkt in de reactie de inzage problematiek te begrijpen maar heeft haar beleid tot heden niet gewijzigd.
Bijgevoegd doen wij u onze kritische reactie op het bericht van Fiom toekomen. Fiom heeft ons inmiddels per email gevraagd het bericht te verwijderen omdat zij zich niet kunnen vinden in onze reactie. Fiom stelt dat onze kritiek onjuist is en heeft ons aangeboden samen met Fiom onze kritische reactie te herschrijven.
Wij gaan onze reactie niet verwijderen noch herschrijven. Onze reactie was beknopt. De dagelijkse praktijk omtrent inzage dossiers waar alle geadopteerden mee te maken hebben is vele male schrijnender als verwoord in onze kritiek.
Binnenlands geadopteerden moeten voorafgaand aan inzage niet alleen toestemming vragen aan adoptieouders, maar ook aan biologische ouders en mogelijke betrokkenen in het dossier. De meeste binnenlands geadopteerden zijn volwassenen met een gemiddelde leeftijd van 50 jaar. Indien ouders overleden zijn wordt soms inzage verleend, soms wordt meegedeeld dat inzage zonder toestemming niet meer kan en dit onomkeerbaar is. Tot heden is de uitvoering van de inzage voor geadopteerden bij instanties zoals Fiom / Raad voor de Kinderbescherming willekeurig.
Wat er wel of niet ingezien mag worden wordt beoordeeld door een individuele medewerker, die niet gespecialiseerd is in toepassing van de AVG. De als hulpverlener opgeleide medewerker, bepaalt wat iemand wel of niet mag zien van zijn/haar ontstaansgeschiedenis. Deze dossiers zijn gemiddeld 40 tot 50 jaar oud.
Enkele van de vele schrijnende voorbeelden.
- Men moet met een medewerker in gesprek, begeleiding is verplicht. Het verzoek moet toegelicht worden men kan het dossier niet direct inzien.
- Er zijn medewerkers die kritische vragen stellen “waarom wil je dit allemaal weten? ”
- Soms houdt de medewerker toezicht tijdens de inzage door de geadopteerde, soms gaat men naar het toilet/koffie halen.
- Geadopteerden worden niet geïnformeerd indien er nog biologische broers en zussen zijn.
- Soms wordt per ongeluk bekend dat er broers en/of zussen zijn. De geadopteerde mag zelf geen contact opnemen. Er wordt niets meegedeeld over de broer of zus, geen naam, adres, of zelfs regio waar ze wonen.
- Fiom wil alleen op haar voorwaarden contact opnemen, deze Fiom zoektocht kost € 85,-.
- Zelf een persoonlijke brief sturen of bij de standaardbrief voegen mag niet. Iemand is anderhalf jaar, bezig geweest zelf een brief te mogen schrijven, dit kon onder geen beding. Na
3 gesprekken en veel wachttijd tussendoor was Fiom slechts bereid de Fiom-standaardbrief summier aan te passen.
- Bij een contactverzoek van geadopteerde aan een biologische moeder werd door de moeder niet gereageerd op brieven van Fiom. Daarbij is van belang te weten dat Fiom (Federatie van Instellingen voor de ongehuwde moeder) verantwoordelijk was voor de “begeleiding” bij het doen van afstand. Na 20 jaar kwam deze geadopteerde, na diverse standaard contactpogingen van Fiom, een welwillende Fiom medewerker tegen. Deze adviseerde zelf een brief te sturen naar een in het dossier vermeld adres. Moeder reageerde direct. 20 jaar na de eerste standaardbrief van Fiom.
- Soms worden dossiers voorafgaand aan inzage uitgedund en krijgt men slechts een gedeelte te zien.
- Het komt ook voor dat een medewerker, met het hele dossier op tafel voor zich, tegenover een geadopteerde zit en ter plekke bepaalt welke stukken hij/zij laat zien aan de geadopteerde die inzage vraagt. Men krijgt het dossier niet altijd in eigen handen.
- Soms zijn dossiers onvindbaar bij de eerste aanvraag, men krijgt dan de mededeling dat de stukken zijn vernietigd. Na een tweede of derde aanvraag blijken dossiers opeens wel beschikbaar te zijn.
- Biologische moeders/ adoptie ouders hebben soms vetorecht om inzage te blokkeren.
Er wordt door medewerkers van diverse instanties waaronder Fiom en Raad voor de Kinderbescherming bepaald wat geadopteerden van hun eigen geschiedenis mogen weten. De hoeveelheid te ontvangen informatie is afhankelijk van de welwillendheid van de medewerker. Veel geadopteerden zijn bang kritisch te reageren omdat ze vrezen dat kritiek een negatieve invloed heeft op de hoeveelheid informatie die ze krijgen of de duur dat ze moeten wachten op de informatie.
Naast de inzage problematiek is het tot heden voor velen onduidelijk waar hun dossier bewaard wordt. Dossiers liggen verspreid over het land, bij diverse instanties. De overheid heeft tot heden geen regie over deze dossiers. Particuliere instanties mogen met de dossiers doen wat ze willen. De Raad voor de Kinderbescherming moet de gesloten dossiers overdragen naar het Nationaal Archief op grond van de archiefwet, 20 jaar na einde adoptieprocedure. Tot heden is er slechts een fractie van dossiers overgedragen aan het Nationaal Archief. De Raad voor de Kinderbescherming verzet zich al jaren tegen overdracht van de adoptiedossiers naar het Nationaal Archief omdat het Nationaal Archief een beleid kent van onbeperkte inzage / toegang tot de stukken [1]. Wij hebben oprechte vrees dat op de Raad voor de Kinderbescherming heeft bedongen dat de inzage procedures strenger worden bij het Nationaal Archief en toegang tot onze ontstaansgeschiedenis verder ingeperkt wordt.
Dit is beknopt een overzicht van de complexe problematiek en onze strijd voor onbeperkte toegang tot onze afstands/adoptie dossiers. Uiteraard zijn wij bereid deze brief toe te lichten tijdens een gesprek. Deze brief kan uiteraard ook als ingezonden stuk geplaatst worden.
Met vriendelijke groet, Stichting Verleden in Zicht
Barbalique Peters
Frans Haven
Georgia Gradenwitz-Kemp
Ronald Notenboom
Carine Dorgelo
[1] Rapport over de stagnatie in de overbrenging van de adoptiedossiers van de Raad voor de Kinderbescherming naar het Nationaal Archief.